Geen concrete plannen, wél onteigeningen voor nieuw bedrijventerrein Kampenhout-Sas
14 November 2020
Op de provincieraad van 10 november 2020 lag de vraag van de Provinciale OntwikkelingsMaatschappij (POM) naar een onteigeningsmachtiging met betrekking tot de uitvoering van het Provinciaal Ruimtelijk UitvoeringsPlan (PRUP) voor het Bijzonder Economisch Knooppunt Kampenhout-Sas voor. De POM moest de toestemming van de provincieraad van Vlaams-Brabant krijgen om over te kunnen gaan tot een effectieve onteigening voor de ontwikkeling van een bijkomend bedrijventerrein. Tie Roefs (fractievoorzitter Groen Vlaams-Brabant): “Dat de vraag naar onteigening nu voorligt, heeft met deadlines eerder dan met inhoudelijke ambities te maken. De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) stelt dat “het onteigeningsplan dat na het ruimtelijk uitvoeringsplan waarvan het de verwezenlijking beoogt, wordt opgemaakt, uiterlijk vijf jaar na de inwerkingtreding van dat ruimtelijk uitvoeringsplan definitief vastgesteld moet worden”. In dit geval is dat 20 november 2020. Het ruimtelijk uitvoeringsplan werd immers goedgekeurd door de provincieraad van 22 september 2015. De beslissing werd op6 november 2015 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en trad conform de regelgeving veertien dagen later in werking.” Groen is bezorgd dat tijdsdruk een goede communicatie met de eigenaars van de betrokken gronden en een concreet plan voor het het toekomstige bedrijventerrein heeft ondergeschikt. Wouter Decat (gemeenteraadslid Groen Boortmeerbeek): “Een aantal bewoners bezorgde ons een kopie van de bezwaarschriften die ze tegen de onteigening indiende. Onder meer de periode van het openbaar onderzoek van 15 juli tot 15 augustus, midden de zomer en een enig moment om te bekomen van de eerste Coronalockdown, wordt erin aangeklaagd. De eigenaars schrijven dat ze het moelijk hadden om meer informatie te bekomen bij de POM en de provincie, gegeven dat de bevoegde ambtenaar zelf van 25 juli tot 7 augustus op vakantie was. Dat is toch geen goed bestuur? We betreuren deze weinig participatieve manier van werken. Beslissingen worden boven hoofden van direct betrokkenen genomen.” Tegenover de druk om nu snel snel onteigeningen door te voeren staat de zogezegde nood aan bijkomende bedrijventerreinen. Groen vindt die argumentatie overal terug, maar zonder geobjectiveerd en recent cijfermateriaal. Wouter Decat (gemeenteraadslid Boortmeerbeek): “Hoeveel bedrijventerreinen hebben we écht nog nodig in Vlaams-Brabant? De huidige industriezone rond Kampenhout-Sas is nog niet volledig benut. En welk soort bedrijven willen we aantrekken op dit knooppunt? Het PRUP is alvast duidelijk -dat is trouwens nog een verdienste van de Groen dat in de vorige legislatuur in de meerderheid van de provincie zat- dat het niet om nog meer afvalverwerkende industrie mag gaan. Maar verder hebben we er het raden naar aan welke industrie men dan eventueel wél denkt?” Groen vreest ook dat dit industrieterrein op een ouderwetse en conservatieve wijze zal worden uitgebouwd. Groen vreest dat er op ruim onvoldoende rekening zal gehouden worden met de meest recente klimaatvereisten en met de nieuwe inzichten in de waterhuishouding. Groen is bezorgd om de overlast en de bijkomende ongemakken voor een buurt die al zoveel te lijden heeft onder vervuiling, verkeersoverlast en lawaaihinder. Zal de leefbaarheid er niet nog meer op achteruit gaan? Tie Roefs (fractievoorzitter Groen Vlaams-Brabant): “Omdat we vijf jaar verder zijn dan de goedkeuring van het initiële PRUP ware het goed geweest mocht de POM concreter kunnen zijn over wat ze concreet van plan is met het nieuwe bedrijventerrein. Het gebied rond Kampenhout-Sas is al zo verstoord door industrie, handelszones en infrastructuur dat we goed moeten nadenken over welk soort bedrijvigheid we naar de site halen. In het PRUP vinden we mooie aanknopingspunten terug voor duurzaam ondernemen, bijvoorbeeld rond de infiltratie van hemelwater en watergebonden transport, maar na vijf jaar is het volgens ons nodig om de bepalingen in het PRUP te actualiseren. Zo moeten we ons bewust zijn dat, als we niet aandachtig zijn, de ontwikkeling van een bijkomende bedrijvensite kan zorgen voor een verstoord grondwaterpeil al naargelang men bedrijven aantrekt die grondwater in het productieproces nodig hebben. Geluidshinder moet vanwege heel nabijgelegen woningen ook maximaal vermeden worden en ook de luchtkwaliteit mag niet nog verslechteren. De fauna en de flora in het nabijgelegen Weisetterbos mogen onder geen beding lijden onder de nieuwe toekomstige bedrijfsontwikkeling. Integendeel zou van de aanleg van het bedrijventerrein geprofiteerd moeten worden om ook een extra groene long uit te bouwen.” Machteld Soetemans (gemeenteraadslid Groen Kampenhout): “Dezelfde verscherpte aandacht vragen we ook voor de mobiliteit op Kampenhout-Sas. Een nieuw bedrijventerrein betekent meer risico voor een verdere verzadiging van de verkeersassen van Leuven naar Mechelen (N26) en van Haacht over Kampenhout naar de E19 (N21). Naast oog voor maatregelen die de klimaatverandering of de effecten van de verandering milderen met voldoende brede groene buffers, moet verkeersveiligheid een topprioriteit zijn voor de POM. Zachte weggebruikers, de stappers en de trappers, mogen onder geen beding nog meer in de verdrukking komen.” Wouter Decat (gemeenteraadslid Groen Boortmeerbeek): “We pleiten daarom voor een bijkomende verruiming van de bufferzone met minstens 150 meter en de bijkomende aanleg van ‘een veilige trage weg’ van de N21 naar de Laar. Een bijkomend voordeel hiervan is dat op deze wijze het industrieterrein op een veilige wijze ontsloten kan worden voor fietsers en voetgangers.” Tie Roefs (fractievoorzitter Groen Vlaams-Brabant): “De fractie van Groen zal zich onthouden wat betreft het toekennen van een machtiging voor onteigeningen aan de POM. We betreuren dat een geactualiseerd debat over het PRUP ondergesneeuwd is geraakt door de snelheid waarmee de POM nu een onteigeningsplan moet ophoesten.” De fractie van Groen in de provincieraad van Vlaams-Brabant heeft ook bedenkingen bij het feit dat de POM zelf zeven onteigeningen uit het initiële onteigeningsplan haalde maar dat het provinciebestuur er uiteindelijk maar drie weerhield. Eén dossier dat zo bijvoorbeeld uit het onteigeningsplan werd gehaald, maar er door de deputatie weer ingezet werd, is het perceel sectie A, 1H. Volgens de nota van het provinciebestuur aan de provincieraad oordeelt de POM over dit perceel dat “onteigening om de doelstellingen van het RUP te realiseren niet nodig is. Dit perceel betreft enkel bufferzone, op dusdanige afstand van het bedrijventerrein dat de geluidswal- of scherm niet op dit perceel gerealiseerd zal worden en dus enkel de verplichting tot aanplanting van dicht begroeid bos van toepassing is. Op dit stuk tuin zijn reeds hoogstammen aangeplant, waardoor de bufferende functie op dit perceel de facto gerealiseerd is, en onteigening niet nodig is.” Maar even verder in dezelfde nota gebruikt de deputatie dezelfde argumenten om het perceel wel degelijk in de onteigeningsplanning te behouden: “Dit perceel betreft enkel bufferzone, op dusdanige afstand van het bedrijventerrein dat de geluidswal- of scherm niet op dit perceel gerealiseerd zal worden en dus enkel de verplichting tot aanplant van dicht begroeid bos van toepassing is. Hiertoe dient het perceel in het onteigeningsplan behouden te worden.” Gelukkig oordeelde de juridische dienst van de provincie Vlaams-Brabant recent dat de provincie geen appreciatie kan maken over de wenselijkheid om percelen al dan niet in het onteigeningsplan op te nemen. Een amendement werd terzake toegevoegd aan de agenda. De provincie kan enkel kiezen om te machtigen of niet te machtigen. Dat laatste zal de fractie van Groen in de provincieraad van Vlaams-Brabant dus niet doen. De fractie van Groen heeft zich, zoals gezegd, bij de stemming onthouden.