Verslag provincieraad december 22

22 Januari 2023

De doelstelling? De klimaatverandering tegenhouden.

Op 20 december 2022 komt opnieuw de Vlaams-Brabantse provincieraad bijeen in het provinciehuis te Leuven. De vergadering opent zoals steeds met de goedkeuring van de notulen, oftewel het verslag, van de vorige raad. Vervolgens kan de oppositie ‘mondelinge vragen’ stellen die ze op voorhand moesten indienen. Deze maand zijn er drie mondelinge vragen, allemaal afkomstig van de Groen-fractie.

 

Raadslid Luka Augustijns (Groen) bijt de spits af met een vraag over de mogelijkheid tot innovatieve groepsaankopen. In december was het enorm koud en dat te midden van een energiecrisis. In het verleden was de provincie een voortrekker in de groepsaankopen van onder andere isolatie en zonnepanelen. Luka vraagt concreet of er nog zulke groepsaankopen gebeuren of er nog vastliggen voor de toekomst en met welke middelen dit zou gebeuren. Deze groepsaankopen waarom een grote meerwaarde en bijzonder innovatief omdat ze naast de lokale vraag ook het lokale aanbod koppelden.

 

Gedeputeerde Bart Nevens bevestigt dat Vlaams-Brabant inderdaad van 2017 tot 2021 samenwerkte met een aantal partners van het Klimaatnetwerk Vlaams-Brabant. Vaak waren dit sociale tewerkstellingsprojecten, zoals de Kringwinkel en IGO, en betrof het niet enkel isolatie en zonnepanelen, maar ook bijvoorbeeld warmtepompen. Daarnaast bood de provincie ook inhoudelijke ondersteuning via het Steunpunt Duurzaam Wonen en Bouwen. Het volledige groepsaanbod wordt momenteel verdergezet zonder de provincie via een initiatief van de Vlaamse Overheid genaamd ‘Energiek Wonen’. Dit initiatief kan nog steeds rekenen op lokale kanalen om hun programma bekend te maken bij de brede bevolking, zoals via het eerder vernoemde Steunpunt. De provincie kan dus aanzien worden als trendsetter in de duurzame groepsaankopen.

 

Luka vraagt verder of de lokale aannemers nog wel beter worden van het Vlaamse systeem, nu het lokale systeem eigenlijk niet meer bestaat. Bovendien was de nominatieve subsidie (een subsidie op naam) voor het Steunpunt Duurzaam Wonen en Bouwen stopgezet, hoe zit het dan met hun financiering? Volgens Gedeputeerde Nevens zijn de lokale aannemers blij dat het lokale project werd stopgezet, aangezien de vraag te groot werd. Mensen zijn vandaag veel sneller bereid te investeren, waardoor men ook buiten de provincie op zoek moest gaan naar ‘lokale aannemers’. Het klopt daarnaast dat de nominatieve subsidie voor het Steunpunt werd stopgezet: de financiering gebeurt nu via een raamovereenkomst.

 

De tweede mondelinge vraag was er een van fractieleider Tie Roefs (Groen). Tie stelt het probleem van de ontharding binnen het provinciaal patrimonium aan de kaak. Ze stelt dat niemand vandaag nog om de klimaatverandering heen kan kijken. Niet alleen in landen ‘ver van ons bed’, maar ook in België zijn ondertussen doden gevallen wegens wateroverlast. “We moeten samen een vuist maken tegen de betonnering van het openbaar domein. Wateroverlast kan vermeden worden door te zorgen dat het water snel en gemakkelijk kan wegsijpelen in de bodem,” zegt Tie. Daarom dus de volgende vragen. In welke mate zet de provincie zelf in op de ontharding van haar patrimonium? Bestaat er een overzicht van het te ontharden oppervlak? Hierbij wordt vooral gedacht aan de parkings van de provinciale domeinen. En in welke mate houdt de provincie rekening met de noodzaak tot ontharding bij het toekennen van vergunningen? Kan er een overzicht gegeven worden in welke gevallen de provincie ontharding oplegt en in welke gevallen niet?

 

Gedeputeerde Nevens bevestigt dat het beleid van de provincie over het algemeen steeds op ontharding inzet. In het Klimaatengagement Vlaams-Brabant tekenden vierenzestig gemeentes voor meer groen en meer ruimte voor water. De doelstelling? De klimaatverandering tegenhouden. De provincie moedigt eigenaars om parkeerterreinen te ontharden, al mag de toegankelijkheid voor mensen met een beperking niet in het gedrang komen. Vervolgens somt Nevens de beleidsmaatregelen op die de provincie al ondernam tegen wateroverlast, met als prijspaardje de ‘waterneutrale’ gebouwen van tuinbouwschool ‘De Wijnpers’. Ten slotte haalt Nevens aan dat vergunningen niet aan de orde komen in de provincieraad, maar enkel tot de bevoegdheid van de deputatie horen. Desondanks zal de deputatie niet alles klakkeloos vergunnen, verharding mag enkel plaatsvinden ingeval het essentieel is.

 

Gedeputeerde Ann Schevenels vat de situatie van de parkeerterreinen bij de provinciedomeinen samen. De parking van het Vinne is nooit verhard geweest. Het terrein dat onder het patrimonium van de provincie valt in Halve Maan te Diest werd volledig onthard. In Kessel-Lo werden twee van de drie parkings recent heraangelegd in waterdoorlatende materialen. De het laatste stuk aan de Beemdestraat blijft momenteel verhard, maar zal in de toekomst ook heraangelegd worden. Huizingen vormt echter een probleem: de twee parkings zijn nog volledig uit asfalt. De heraanleg zal waarschijnlijk gekoppeld worden aan het VLM-project, waarbij de Molenbeek wordt opengelegd.

 

Tie antwoordt dat de koppeling aan het VLM-project zeker zinvol kan zijn, maar wil weten over welke termijn er dan gesproken wordt. De fractieleider suggereert dat het een goed idee zou zijn om naar analogie van de hemelwaterverordening ook een verordening inzake waterdoorlatende verharding op te maken.

 

Gedeputeerde Schevenels belooft dat de timing van het VLM-project tegen volgende maand geweten zal zijn, en dit te willen afwachten. Ze benadrukt ook dat er al veel werk werd verricht en dat ze de ingeslagen weg zullen blijven volgen. Gedeputeerde Nevens gaat verder dat de waterverorderning hopelijk in januari in een commissie zal worden besproken, het openbaar onderzoek daaromtrent is net achter de rug. Tie Roefs vraagt of de waterdoorlaatbaarheid deel zal uitmaken van de hemelwaterverordening en krijgt een bevestigend antwoord.

 

De laatste mondelinge vraag komt van Groen-raadslid Finke Jacobs. Finke polst naar het windmolenbeleid van de deputatie en verwijst concreet naar de weigering van de vergunning tot het plaatsen van windturbines in Hoegaarden. Hoeveel aanvragen tot windturbines werden reeds goedgekeurd tijdens deze legislatuur? Wat is het bredere beleid van de meerderheid ten aanzien van windturbines en wat is het streefdoel, als er een streefdoel is? Gedeputeerde Nevens sprak bovendien over een windkaart tijdens een interview met de VRT, zijn al deze potentiële plaatsen reeds volgebouwd?

 

Gedeputeerde Schevenels zegt niet in te zullen gaan op de beslissing in het specifieke dossier van Hoegaarden. Ze vervolgt dat in 2015 energiekansenkaarten werden opgemaakt, waarbij over de ganse provincie werd gezocht naar potentiële plaatsen om windenergie op te wekken. Deze kaarten hebben echter geen enkele juridische waarde en geven evenmin perceelsmatig aan waar winturbines geplaatst kunnen worden. Sinds de start van de omgevingsvergunningen in 2017 werden zeven grootschalige windturbineplannen vergund, waarvan twee in de vorige en vijf in de huidige legislatuur. Twee projecten werden afgekeurd en nog twee andere ingetrokken door de aanvrager in de loop van de vergunningsprocedure. Bovendien worden sinds 1 september 2022 alle projecten die meer dan 1500kW per uur zouden opwekken behandeld door de Vlaamse regering.

 

Finke stelt dat Vlaams-Brabant met dertig windturbines nochtans over het laagste aantal beschikt in vergelijking met de andere Vlaamse provincies. Limburg staat op de voorlaatste plaats met honderdveertig en Oost-Vlaanderen staat op kop met tweehonderdzeventien. Volgens de gedeputeerde vallen deze cijfers niet te vergelijken. De bevolkingsdichtheid en de problematiek van de luchthaven moeten in acht genomen worden. Finke antwoordt dat de bevolkingsdichtheid in Antwerpen nochtans een pak groter is, bovendien is het verschil in aantal windturbines wel echt heel groot. Tot slot is een windkaart – zoals benoemd door gedeputeerde Nevens – niet hetzelfde als een energiekansenkaart.

 

Nadat de mondelinge vragen achter de rug zijn, kan worden overgegaan tot de eigenlijke agendapunten van de provincieraad. Voorstel nummer 102 betreft een wijziging in de nominatieve subsidies door de provincie. De wijziging is de rechtzetting een administratieve fout: 25 000 euro voor ‘Locus Focus’ werd verwerkt in de commentaren maar niet in het uiteindelijke bedrag. Locus Focus is een datamodel en bijhorende tool opgesteld door POM Vlaams-Brabant, VERA (APB) en de Zuid-West-Vlaamse intercommunale Leiedal om ondernemingen met een ruimtevraag naar een locatie op maat te begeleiden.[1] Enkel het totale bedrag van de nominatieve subsidies werd dus aangepast. Finke legt uit dat Groen de subsidie zal goedkeuren, maar wil zijn bezorgdheid over het management van VERA uiten. Het hele managementteam staat op vertrekken, maar de continuïteit van de dienstverlening moet worden verzorgd. Er worden ad-interimmanagers aangesteld, maar deze periode moet zo kort mogelijk blijven. Groen stemt voor en het voorstel wordt goedgekeurd.

 

De provinciale zwembaden blijven voor beroering zorgen, dat is ook in deze provincieraad niet anders. Voorstel nummer 106 betreft de overheidsopdracht voor het aanstellen van een studiebureau dat de mogelijkheden van waterrecreatie in de domeinen zal onderzoeken en vergelijken. Vanuit de fractie Vooruit werd een amendement voorgelegd om aan de bekommernissen van de oppositie te voldoen. De aanpassing moet voorkomen dat de zwembaden slecht onderhouden of anders zouden ingericht worden, waardoor enkele opties tot waterrecreatie – of waterrecreatie, tout court – onmogelijk zouden worden gemaakt. De zwembaden moeten operationeel worden gehouden, ook na 2024 (de vooropgestelde datum door de deputatie).

 

Tie Roefs vertelt hoe ze vorig jaar toevallig in de krant had gelezen dat de zwembaden zouden plaatsmaken voor waterrecreatie domeinen: “Dat de provincieraad dit kon voorkomen was toch een kleine overwinning voor de democratie. Groen zal het amendement van Vooruit steunen uit angst dat we weer met voldongen feiten geconfronteerd zullen worden”. Daarnaast vraagt ze de deputatie om al een spaarpotje aan te leggen om eventueel zwemvijvers aan te kunnen leggen. Het financiële aspect mag geen excuus zijn in de toekomst. Gedeputeerde Schevenels bevestigt dat zo’n potje reeds wordt aangelegd. Finke Jacobs voegt toe dat Groen het voorstel enkel zal goedkeuren na toevoeging van het amendement, “anders besluiten we tot de feitelijke sluiting van de domeinen in 2024”. Twaalf raadsleden gaan akkoord met het amendement, twintig raadsleden niet. Het amendement wordt dus afgekeurd. Groen onthoudt zich bij de stemming van voorstel 106 – zonder amendering – en het voorstel wordt goedgekeurd.

 

Voorstel nummer 107 betreft het bestek inzake de aanleg van fietssnelweg F25 aan Wezemaal-Station tussen Leuven en Aarschot. Dit bestek werd op 6 december behandeld in de Raadscommissie Ruimte. Luka Augustijns drukt de steun van de Groen-fractie uit: “We zijn blij dat deze fietssnelweg er komt. Ze zal een groot verschil maken, vooral voor het zachte verkeer daar”.

 

De volgende provincieraad vindt plaats op dinsdag 21 januari 2023.

 

[1] https://www.leiedal.be/locusfocus