Verslag provincieraad mei 22

31 Mei 2022

Verslag provincieraad mei 22

Op 24 mei 2022 vergaderde de provincieraad van Vlaams-Brabant wederom in Leuven.   Vooraleer de provincieraad van start gaat, moet steeds het verslag van de vorige raad – ook wel de notulen genoemd – goedgekeurd worden. Waar vroeger een schriftelijk verslag werd opgemaakt, is de provincie ondertussen overgeschakeld op een videoverslag van de raad. Aangezien er soms problemen ontstaan met de opname – het geluid is afhankelijk van het tijdig aan- en uitzetten van de microfoons –, suggereerde fractieleider Tie Roefs dat de raad moet overwegen om zowel een videoverslag als een gewoon verslag weer te geven. Het is gewoonweg te belangrijk om duidelijke en juiste informatie weer te geven over welke beslissingen zijn gevallen en op welke manier deze genomen zijn.   Zoals steeds stelt de oppositie enkele mondelinge vragen aan de deputatie, vooraleer de raad tot de orde van de dag overgaat. Deze vragen moeten op voorhand worden ingediend bij de voorzitter van de raad, die ze al dan niet ontvankelijk verklaart. Indien een vraag niet-ontvankelijk wordt geacht, kan deze niet ter discussie worden voorgelegd aan de raad.   Fractielid Finke Jacobs wilde de deputatie aan de tand voelen over de vernieuwde vergunningsaanvraag van Engie Electrabel voor een gascentrale in Vilvoorde. Finke: “Enkele gedeputeerden hadden twijfels bij de technische onderbouwing van sommige adviezen in verband met de vergunning en stemden tegen de hernieuwing ervan. Het tegenhouden van deze vergunning vertraagt echter de switch naar 100% hernieuwbare energie.”   De vraag van provincieraadslid Finke Jacobs werd echter onontvankelijk verklaard op grond van artikel 62 van het huishoudelijk reglement van de provincieraad. Dit artikel bepaalt dat de voorzitter vragen met betrekking tot individuele dossiers, particuliere aangelegenheden of persoonlijke gevallen niet-ontvankelijk kan verklaren. De niet-ontvankelijkheid van de mondelinge vraag en de bijhorende verklaring door de voorzitter kunnen wij op z’n minst zeer verontwaardigend noemen. Allereerst omdat het niet zomaar een individuele beschikking betreft: er is geen twijfel mogelijk over het belang van een democratisch debat over de gascentrales in Vlaams-Brabant. Er is geen verschil op te merken met de vergunningen die de provincie in het verleden al dan niet toekende in verband met het plaatsen van windmolens of het bouwen van het Eurostadion enkele jaren geleden. Ook toen waren er particuliere investeerders betrokken, maar dit ontnam geenszins het publieke belang van de vergunningen in kwestie.   Daarnaast heeft de deputatie zelf eerder een persbericht verspreid over het al dan niet toekennen van de vergunning aan Engie. Het is duidelijk dat het allerminst een privéaangelegenheid betreft. De vraag rijst dus of deze verklaring van niet-ontvankelijkheid wel reglementair is: als er geen debat gevoerd kan worden in de provincieraad, waar dan wel? Wegens het ondemocratische karakter van de beslissing door de voorzitter van de raad, onderzoekt de fractie momenteel mogelijkheden om een klacht neer te leggen.   De vraag die fractieleider Tie Roefs indiende in verband met regenwaterrecuperatie, werd wel ontvankelijk verklaard en kwam nadien aan de orde. Tie Roefs: “Wateroverlast wordt vaak veroorzaakt doordat de riolering de plotse en massale toevloed van regenwater na een felle regenbui niet kan verwerken. Daarom legde eerst een Vlaams-Brabantse en later een Vlaamse stedenbouwkundige verordening elke verbouwer een aantal maatregelen op om te voorkomen dat al het water in één keer wordt afgevoerd. Het algemeen uitgangsprincipe hierbij is dat regenwater in eerste instantie zoveel mogelijk gebruikt en opgevangen wordt”.   De vraag polst aldus naar de concrete maatregelen de provincie neemt om haar inwoners maximaal aan te zetten om regenwater op te vangen, om informatie te verstrekken en de drempels te verlagen. De bevoegde gedeputeerde verwees in zijn antwoord naar het provinciale waterbeleid en naar de ruime bevoegdheden van de lokale besturen in deze materie. Tie Roefs benadrukte echter dat de provincie als bovenlokaal bestuur veel pro-actiever kan inzetten op praktische oplossingen, al dan niet in samenwerking met de gemeentes. Het provinciaal waterbeleid is immers voornamelijk van toepassing op mensen die een nieuwbouw zetten of grote renovaties uitvoeren. Tie Roefs: “We moeten pragmatisch te werk gaan als provincie. We kunnen bijvoorbeeld de Vlaams-Brabanders die geen renovaties uitvoeren informeren over eenvoudige installaties voor regenwaterputten of manieren zoeken om opgepompt werfwater te recupereren en te gebruiken voor landbouw.”   Na de mondelinge vragen, staan verschillende voorstellen op de agenda. Zo werd een amendement ingediend om het huishoudelijk reglement van de provincieraad aan te passen in verband met digitaal en hybride vergaderen. Na goedkeuring van het amendement, is het aan de voorzitter van de provincieraad om in geval van overmacht te beslissen of de raad fysiek kan doorgaan. Fractielid Luka Augustijns wierp echter op dat de raad, indien de situatie voldoende voorzienbaar is, inbreng zou moeten krijgen in deze beslissing. Maandelijks wordt een week voor de provincieraad een bureau georganiseerd, waarop reeds wordt gediscussieerd over de voorstellen die op tafel zullen komen te liggen. Dit zou de ideale aangelegenheid zijn om de beslissing omtrent het al dan niet fysiek vergaderen aan debat te onderwerpen. Het amendement werd ondanks de tussenkomst van raadslid Luka onmiddellijk goedgekeurd. De voorzitter bevestigde niettemin dat de tekst moet geïnterpreteerd worden met deze mogelijkheid in het achterhoofd.  Wegens de onduidelijkheden in de inhoud en het gebrek aan advies van de Raad van State, heeft de fractie zich onthouden bij de stemming.   Wat betreft de stemming van de overheidsopdracht inzake het maken, drukken en verdelen van het informatieve magazine van de provincie Vlaams-Brabant, deed Luka Augustijns de oproep om ook de provincieraad in het magazine te vertegenwoordigen. Momenteel wordt er enkel gesproken over de werking van de deputatie, maar ook de tussenkomsten in de provincieraad zouden een plaats moeten krijgen. De deputatie gaf geen gehoor aan de oproep en de fractie onthield zich bij de stemming.   Bijkomend aan de stemming over subsidies ter promotie van Vlaams-Brabantse streekproducten, werpt Tie Roefs op dat de gouverneur nog steeds een antwoord verschuldigd is aan de fractie inzake de vertegenwoordiging van de oppositie in de raden van bestuur van vzw’s, die nauw aan de provincie verbonden zijn.   Het laatste punt op de agenda betreft opnieuw de veelbesproken provinciale zwembaden. Tie Roefs sluit de raad af met een opmerking in verband met de studies die zullen worden besteld omtrent de haalbaarheid van bepaalde projecten en/of renovaties inzake de zwembaden. Tie benadrukt dat de oppositie voldoende tijd moet krijgen om de opgemaakte dossiers grondig te bestuderen, vooraleer deze worden voorgelegd aan een commissie of in de raad.   De volgende provincieraad vindt plaats op 21 juni 2022.